zondag 27 juli 2014

22 juli 2014

Orth heeft een keurige jachthaven, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Dit is eigenlijk een paradijs voor surfers en niets kan ons dan ook tegenhouden koers te zetten naar Laboe. We vertrekken op zeil en de wind is best pittig. Nadat we onze koers moeten bijzetten richting Laboe krijgen we de wind pal op de spiegel en dit gecombineerd met kruiszee geeft een behoorlijke hobbelige tocht.
Zo zijn we terug aanbeland op ons vertrekpunt van een rondje zuidelijk Denemarken en de kust van Duitsland. Wat jammer dat de tijd zo snel gaat. We zouden hier nog maanden kunnen rondtoeren: het noordelijke deel van Denemarken en Kopenhagen natuurlijk, dat we hebben moeten laten gaan omdat de wind nu eenmaal voor een groot deel de bepalende factor is als je met een zeilboot onderweg bent. Dan spreken we nog niet van Zweden, waar we net niet geraakt zijn en Noorwegen, maar je moet altijd nog iets overhouden om van te dromen!

Maandag 21 juli trekken we er nog eerst even op uit met de fiets, ijsje eten enzo. We besluiten in de namiddag toch nog door te steken naar het Noord-Oostzeekanaal omdat we dan alvast de sluis gepasseerd zijn. Je kan daar soms behoorlijk veel tijd verliezen en onze herinneringen aan deze kant van het kanaal waren niet zo schitterend. We overnachten ankerend in een beschutte inham met nog een vijftal andere boten, heerlijk.

Vandaag vetrekken we op een redelijk uur richting Brunsbüttel waar een klein passantenhaventje net naast de sluis ligt waar je het kanaal verlaat. Het kanaal is nog even prachtig als in onze herinneringen, maar de vaart loopt wel iets anders. De zeeschepen die via dit kanaal varen worden volledig van op afstand gedirigeerd. Voor de pleziervaart gelden slechts een paar eenvoudige regels: 's nachts tussen 22u en 6u mag niet gevaren worden; je moet altijd de motor bijzetten, je moet rechts aanhouden op het kanaal en als de lichten die in de buurt van dukdalven geplaatst zijn driemaal rood aangeven moet je onmiddellijk achter de betreffende dukdalven blijven wachten tot er minstens één rood licht terug uitgaat. Ik had gelezen dat dit slechts heel uitzonderlijk voorvalt, maar wat had je gedacht? Rond het middaguur springen plots de lichten op driemaal rood en moeten we uitwijken tot achter de dukdalven. Rudi ziet via AIS dat we nog meer dan een uur moeten wachten alvorens een enorm cruiseschip dat niet meer op eigen kracht kan varen voorbij zal gesleept worden door twee gigantische slepers. We beslissen daarom het anker te laten zakken. Tijdens het uur wachten verzamelen zich meer en meer jachten achter de dukdalven en wordt het een nerveus heen en weer varen. Als een motorboot dan toch ook het anker laat zakken komt die zo dicht bij ons te liggen dat we ongerust zijn dat de kettingen in elkaar zullen draaien. Het is trouwens niet alleen de pleziervaart die hier moet wachten ook die mastodonten van zeeschepen zijn verplicht om aan de dukdalven halt te houden. Eens het transport gepasseerd is, springt één licht op wit en mogen wij vertrekken. Als je weet dat wanneer er twee of meer boten in dezelfde richting varen er gelijk een snelheidswedstrijd ontstaat, dan moet ik niet vertellen wat er gebeurt als er een vijftiental nerveuze schippers het licht op wit zien verspringen ...
In Brunsbüttel vinden we nog een mooi plaatsje, met de spiegel aan een meerboei en de punt op de wal, gaan we voor de laatste keer Duits uit eten en doen 's nachts bijna geen oog dicht. Één of andere idioot heeft zijn wekker staan die om de zoveel tijd eindeloos lang afgaat.


Location:Orth - Brunsbüttel